maandag 26 augustus 2019

(audio) getuigenis Jurie van den Berg + lasterberichten weerlegd. (4)

Zo nu ik mij vrijgemaakt heb van ulieder bloed zal ik ingaan op het getuigenis zelf. waaronder mij de HEERE terugleidde en de gordijnen van het verleden openschoof.

Ik ben verblijdt omdat uit het getuigenis blijkt dat 1. mijn getuigenis hierdoor ongeschonden overeind blijft staan. 2. omdat God, Jurie van den Berg zijn ziel gered heeft 3. omdat God, Jurie van den Berg onder de prediking van "mijn" evangelist heeft gebracht. 4. omdat dat betekent dat God mijn gebeden verhoord heeft.

Want Jurie van den Berg, Ik weet wie u bent, Al ben ik uw gezicht vergeten en heb ik u slechts eenmaal ontmoet. het was voor het huis van mijn oom aan de pyramideweg op Urk bij dat paadje door de struiken. dat ik met u sprak, u wilde weg van alles wat kerk was, ik wees u toen naar Australië omdat daar niets was. Op de dag van uw vertrek sprak ik op precies dezelfde plaats uw bedroefde vader en vertelde hem dat u naar australië ging. en hij vertelde mij dat u al onderweg naar amsterdam was. Je vader zei wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Toen bad ik tot de Heere of Hij deze woorden tot u wilde spreken. en of dat hij u eerst wilde bekeren voordat u die casettebandjes zou vinden. 1 Petrus 3:18
Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest; Want Jurie dat was die week de preek. En of de HEERE dan u bij mijn evangelist van derokende vlaswiek wilde brengen omdat de Heere bijeen brengt wat bijeen hoort. Dus Jurie ik heb bij God vandaan ook biddend aan de wieg van uw wedergeboorte gestaan. en nu heb ik vorige week dus met blijdschap ontdekt dat ALLES is uitgekomen. En dan moet u maar voor Gods Heilige aangezicht bedenken wat mijn intenties zijn.

Jesaja 26:1-12
1. Te dien dage zal dit lied gezongen worden in het land van Juda; Wij hebben een sterke stad, God stelt heil tot muren en voorschansen. 2. Doet de poorten open, dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden bewaart. 3. Het is een bevestigd voornemen, Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd. 4. Vertrouwt op den Heere tot in der eeuwigheid; want in den Heere Heere is een eeuwige rotssteen. 5. Want Hij buigt de hooggezetenen neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof reiken. 6. De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen. 7. Het pad des rechtvaardigen is geheel effen, den gang des rechtvaardigen weegt Gij recht. 8. Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, U, o Heere! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is de begeerte onzer ziel. 9. Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid. 10. Wordt den goddeloze genade bewezen, hij leert evenwel geen gerechtigheid, hij drijft onrecht in een gans richtig land, en hij ziet de hoogheid des Heeren niet aan. 11. Heere! is Uw hand verhoogd, zij zien het niet; maar zij zullen het zien, en beschaamd worden, vanwege den ijver over Uw volk, ook zal het vuur Uw wederpartijders verteren. 12. Heere! Gij zult ons vrede bestellen, want Gij hebt ons ook al onze zaken uitgericht.

Jesaja 34:16-35:10
16. Zoekt in het boek des Heeren, en leest; niet een van dezen zal er feilen, het een noch het ander zal men missen; want mijn mond zelf heeft het geboden, en Zijn Geest Zelf zal ze samenbrengen. 17. Want Hij Zelf heeft voor hen het lot geworpen, en Zijn hand heeft het hun uitgedeeld met het richtsnoer; tot in der eeuwigheid zullen zij dat erfelijk bezitten, van geslacht tot geslacht zullen zij daarin wonen. 1. De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos. 2. Zij zal lustig bloeien, en zich verheugen, ja, met verheuging, en juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, het sieraard van Karmel en Saron; zij zullen zien de heerlijkheid des Heeren, het sieraad onzes Gods. 3. Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieën vast. 4. Zegt den onbedachtzamen van harte: Weest sterk, en vreest niet; ziet, ulieder God zal ter wrake komen met de vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen. 5. Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend worden. 6. Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken in de wildernis. 7. En het dorre land zal tot staand water worden, en het dorstige land tot springaders der wateren; in de woningen der draken, waar zij gelegen hebben, zal gras met riet en biezen zijn. 8. En aldaar zal een verheven baan, en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. 9. Er zal geen leeuw zijn, en geen verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen daarop wandelen. 10. En de vrijgekochten des Heeren zullen wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden.

DUS rokende vlaswiek en Jurie van de Berg als mijn getuigenis, mijn geloof, mijn artikelen, mijn gebeden, mijn dromen, mijn bekering, mijn roeping niet uit God maar uit de duivel zijn DAN ZIJN JULLIE ZELF OOK UIT DE DUIVEL.

Mattheus 12:24-32
24. Maar de Farizeën, dit gehoord hebbende, zeiden: Deze werpt de duivelen niet uit, dan door Beëlzebul, den overste der duivelen. 25. Doch Jezus, kennende hun gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. 26. En indien de satan den satan uitwerpt, zo is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan? 27. En indien Ik door Beëlzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. 28. Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen. 29. Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijn vaten ontroven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis beroven. 30. Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. 31. Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden. 32. En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.

Openbaring van Johannes 15:3-4
3. En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen! 4. Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden.

AMEN, JA KOM HEERE JEZUS!

SERVATUS