zondag 12 augustus 2018

Want de steen uit den muur roept, en de balk uit het hout antwoordt dien.

In dit bericht delen we een vermaning voor Joden en Grieken waarin ook uitspraken van G.P.P. Burggraaf van derokendevlaswiek.COM aan de orde komen.

Gods getuige zijn en getuigen van Gods werken, zien ze op zichzelf met vleselijke ogen dan gaat het mis dan klinkt het, ik ben het. Zien ze met geestelijke ogen op zichzelf dan is het, ik ben niets, geheel ongeschikt. Mogen ze zien op Christus dan gaat het goed, Hij is het in mij. Uit Hem door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Door Gods Geest geleid en in Gods voorzienigheid, God zorgt voor Zijn eigen eer, en wie aan Gods kant mag vallen en barmhartigheid in Christus verkrijgen, die mag zich er in verblijden.

Als je totaal onwaardig bent geworden en geheel veracht een door iedereen ongewenst man (let wel: je word door iedereen gewenst als je maar naar hun goddeloze pijpen danst o ja Simson was gewenst om te spelen voor het volk in de tempel van dagon) dan is het zo groot als God zegt dat je een gewenste man bent dan durf je dat amper aan te nemen:

Daniel 9:23 In het begin uwer smekingen is het woord uitgegaan, en ik ben gekomen, om u dat te kennen te geven; want gij zijt een zeer gewenst man; versta dan dit woord, en merk op dit gezicht. 

Ezechiël moest Jeruzalem belegeren op een tichelsteen. Ook moest hij zich in zijn huis besluiten en moest hij gerstekoeken eten bereid met mensendrek, nou dat ging hem te ver.

Ezechiël 4:14
Toen zeide ik: Ach, Heere, Heere, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu toe, geen dood aas, noch dat verscheurd is, gegeten, en geen verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen.

Mooie belijdenis van Ezechiël wie kan hem dat nou nazeggen volgens de wet van Mozes geleefd te hebben van zijn jeugd aan, ik niet hoor, de Heere Jezus Die wel en Die volmaakt, wat Hij gedaan heeft is met geen pen te beschrijven hij heeft de zondedrek van de mens op zich genomen en weggedragen in Zijn offer aan het kruis van golgotha. God veranderde voor Ezechiël Zijn bevel in gerstekoeken bereid met rundermest, daar is nog onderscheid in maar drek blijft drek. En in die tijd leven we nu waar op de kansels ons koeken worden opgediend met drek bereid. Hier en daar word nog enigzins de waarheid gepreekt, de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze, genade door recht, maar nog altijd vermengt met inlegkunde en/of kerkisme en/of andere ketterijen. Een dode vlieg doet de zalf des apothekers stinken. Ja die koopman vond wel een schat in de akker en toen nam die al die zwarte grond wel op de koop toe, maar die grond bleef grond en als je daar op gaat bouwen heb je een zandgrond. Alles wat buiten Gods woord en boven Gods woord en tegen Gods woord word gesteld is een afgod, het word niet onderkent en nog minder erkent, en er zijn er nog minder die zich er half van bekeren, en geen een die zich er geheel van bekeert ik heb het tenminste nog niet meegemaakt, af en toe een ritseling van de Geest, maar het is meest drek waar het Graan in ontbreekt, zoals gezegd hier en daar is nog een van God bekeerde en geroepen knecht die de leer enigzins zuiver mag preken, maar bij Gideon en Salomo eindigde het ambt in de afgoderij, als hanna met haar klacht in de tempel komt dan word ze door Eli afgedaan als dronken en zo word je in de kerk ook behandeld, een ieder schoffelt in zijn zijn eigen kerktuin. En de zaken die er liggen over de breedte van de gemeente van Christus die blijven liggen, ja er lag nog wat reukwerk op het altaar uit de vorige geslachten en tijden, maar het is hier op aarde een aflopende zaak, het gaat om het levende kind en de rest is steigerhout, en dat steigerhout is bijna geheel doorgerot, en voor dat steigerhout loopt men zich het vuur uit de sloffen maar Gods huis word woest gelaten, al die kerkelijke stukken steen kunnen die je al gestolen worden of wil je daar nog aan vasthouden.

2 Petrus 3:11-14 Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid! Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten. Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont. Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;

God komt ten gerichte en dan gaat alles in de brand en tot die tijd haalt God zijn uitverkorenen uit de heggen en de stegen van het illegale kerkelijke Jericho en het farizeïstische kerkelijke Jeruzalem waar het sanhedrin samenspant met de wereld tegen het levende kind en tot ver daarbuiten aan de uiterste einden der aarde. God wil Jeruzalem herbouwen uit stof, het nieuwe Jeruzalem, gefundeerd op Christus het Fundament met in Hem levendgemaakte stenen.

1 Petrus 2:4-8
Tot Welken komende, als tot een levenden Steen, van de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar; Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus. Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn.

Openbaring van Johannes 21:2-5
En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan. En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw.

Dus dan moet de mens geheel afgebroken worden tot dat hij niets meer is dan stof en as. Er word er wel eens gezegd er is een volk dat God wil dienen al is er geen hel tot straf of hemel tot beloning waar is dat volk dan? Buiten het werk van Christus en de Heilige Geest is er geen mens die wil wat God wil. een mens wil overal onderuitkomen, maar God heeft recht op zijn eer. Verloren door eigen schuld, onbekeerd door eigen schuld, overal buiten staan door eigen schuld, allemaal ongeldige uitvluchten. Schaamt u en word schaamrood.

Ezra 9:6
En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.

Ja maar ik ben een heiden.

Jesaja 44:28 Die van Cores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen volbrengen; zeggende ook tot Jeruzalem: Word gebouwd; en tot den tempel: Word gegrond.

Ja maar ik ben jong.

Jeremia 1:7 Maar de Heere zeide tot mij: Zeg niet: Ik ben jong; want overal, waarhenen Ik u zenden zal, zult gij gaan, en alles, wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken.

Ja maar ik ben niet waardig er is een ander bekwamer en welbespraakter, nee Mozes maar ik geef u een Aäron neem uw staf op.

Exodus 4:17
Neem dan dezen staf in uw hand, waarmede gij die tekenen doen zult.

Ja maar die hou ik niet in de lucht, nou dan geef Ik je er een Hur bij.

Exodus 17:12-13
Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aäron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging. Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards.

Ja maar ik ben melaats van de zonde.

2 Koningen 7:9 Toen zeiden zij, de een tot den ander: Wij doen niet recht; deze dag is een dag van goede boodschap, en wij zwijgen stil. Indien wij vertoeven tot den lichten morgen, zo zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons gaan, en dit aan het huis des konings boodschappen.

Ja maar ik kan enkel vloeken.

Numeri 23:5 Toen leide de Heere het woord in den mond van Bileam, en zeide: Keer weder tot Balak, en spreek aldus.

Ja maar ik heb de Heilige Geest niet.

1 Samuël 10:10 Toen zij daar aan den heuvel kwamen, zie, zo kwam hem een hoop profeten tegemoet; en de Geest des Heeren werd vaardig over hem, en hij profeteerde in het midden van hen.

Er is dus geen enkel excuus om de Heere niet te dienen ook al heb je geen talent, ook al ben je onbekeerd, of heb je geen roeping. Dan sluit je toch jezelf op in de binnenkamer biddend en smekend als een goddeloze rechteloze zondaar om dan tenminste hoewel geheel onwaardig een steigerhoutje en een richtingaanwijzer te mogen zijn. Dat Gods Naam niet gelasterd wordt om jou of door jou al kun je dat zelf op geen enkele wijze tegenhouden, Omdat God er recht op heeft, het goede voor Jeruzalem te zoeken al moet je buiten haar poort blijven, om de waarheid te mogen weten en als het nog ooit in Gods raad kan bestaan je ziel gered te krijgen. Wie weet ja wie weet Hij mocht Zich wenden, indien Gij wilt Gij kunt mij reinigen.

Psalmen 34:6
He. Vau. Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden.

Psalmen 99:6 Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters, en Samuël onder de aanroepers Zijns Naams; zij riepen tot den Heere, en Hij verhoorde hen.

Ja maar dat waren grote mannen Gods.

Jakobus 5:17 Elias was een mens van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden.

Ja maar ik ken de Waarheid niet.

 Lukas 11:9-10 En Ik zeg ulieden: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.

God is geen mens dat Hij liegen zou, zou Hij zeggen en niet doen? Wou je God voor een leugenaar uitmaken? Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Heb je nog meer uitvluchten.

Richteren 5:23-26
Vloekt Meroz, zegt de Engel des Heeren, vloekt haar inwoners geduriglijk; omdat zij niet gekomen zijn tot de hulp des Heeren, tot de hulp des Heeren, met de helden. Gezegend zij boven de vrouwen Jaël, de huisvrouw van Heber, den Keniet; gezegend zij ze boven de vrouwen in de tent! Water eiste hij, melk gaf zij; in een herenschaal bracht zij boter. Haar hand sloeg zij aan den nagel, en haar rechterhand aan den hamer der arbeidslieden; en zij klopte Sisera; zij streek zijn hoofd af, als zij zijn slaap had doorgenageld en doorgedrongen.

Jezus roept kinderen tot Zich en stelt ze in het midden van de dicipelen. Heeft God u al vernederd tot onder de bodem van de oceaan in onderaardse gangen om daar als een bobbitworm vis te vangen?

Lukas 18:15-17 En zij brachten ook de kinderkens tot Hem, opdat Hij die zou aanraken; en de discipelen, dat ziende, bestraften dezelve. Maar Jezus riep dezelve kinderkens tot Zich, en zeide: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods. Voorwaar, zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet zal ontvangen als een kindeken, die zal geenszins in hetzelve komen.

Mattheus 18:2-6
En Jezus een kindeken TOT ZICH GEROEPEN HEBBENDE, STELDE DAT in het midden van hen; En zeide: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan. Zo wie dan zichzelven zal vernederen, gelijk dit kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen. En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee.

Psalmen 69:34-35
Want de Heere hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet. Dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeën, en al wat daarin wriemelt.

Psalmen 77:10-20
Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten? Sela. Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de rechterhand des Allerhoogsten verandert. Ik zal de daden des Heeren gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her; En zal al Uw werken betrachten, en van Uw daden spreken. O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk God? Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de volken. Gij hebt Uw volk door Uw arm verlost; de kinderen van Jakob en van Jozef. Sela. De wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij beefden; ook waren de afgronden beroerd. De dikke wolken goten water uit; de bovenste wolken gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen. Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde. Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend. Gij leiddet Uw volk, als een kudde door de hand van Mozes en Aäron.

God trok Jeremia uit de kuil door de moorman die gedoopt werd door Filippus, dat kan niet en toch kan het, God heeft een wonderlijk beleid en we zien er maar een puntje van maar doorgronden het niet.

Ja die Ezechiël moest zijn baard en hoofd bescheren en de haren verdelen in drie delen en overgeven aan de oordelen en van het derde deel nog een paar haren nemen in de slippen van zijn mantel binden en zelfs van die nemen en verbranden nou wat blijft er dan nog van over, een klein getal. Bij Noach zien we hetzelfde, te midden van de goddeloze massa waren er die naar Gods naam genoemd waren, de zonen Gods maar de meesten vermengden zich door huwelijken met de dochteren der mensen, en verdierven hun weg. toen wilde God de mens verdelgen en de dieren erbij. Maar Noach vond genade in de ogen des Heeren. Noach was een rechtvaardig oprecht man in zijn geslachten. Noach wandelde met God. Nou dat had Noach niet van zichzelf daar was een wonder gebeurd in het leven van Noach, Noach heeft de breuk in Adam beleefd en is onder het heilig recht verloren gegaan. Hij heeft geleerd wat het zeggen wil geboren te zijn naar het beeld van Adam, en in en met hem van de verboden boom te hebben gegeten, zoals ook levi in en met Abraham Melchizedek de tienden gaf. Ja en toen is Christus hem geopenbaard geworden tot zaligheid van achter het heilige recht, het beloofde Zaad der vrouw dat de kop van de slang vermorzelen zou. Door Zijn offer aan het kruishout van golgotha, voorgesteld in het beeld van het offer van een dier en bedekking met het vel. God maakte hen [Adam en Eva] rokken van vellen, en abel offerde door het geloof een meerdere offerande. Dus daar is bewijs dat ze bij dat offer op Christus gezien hebben want het geloof ziet op Christus. En God neemt het offer van Christus aan. Ja die bekering van Noach staat nergens in de bijbel maar zo is het bij Noach wel gegaan want God geeft enerlei weg en enerlei gang. genade door recht, verzoening door het offer van Christus het beloofde Zaad, het gaat om het Zaad, al was Noach verdronken in de golven en alleen Sem met zijn vrouw behouden in de ark dan was hij toch gered geweest want het ging om dat beloofde Zaad dat geboren moest worden uit het geslacht van Sem. en in die ark was ook cham we kunnen dus niet zomaar stellen dat die ark van Noach Christus was of het genadeverbond voorstelt want er waren ook dieren in de ark en die krijgen geen eeuwig leven in Christus. er zit wel een tegenbeeld in van de doop, want de zondvloed was een oordeel waarin de goddeloze massa omkwam maar niet om Noach zalig te maken, en de doop ziet op het offer van Christus die het oordeel Gods onderging in plaats van Zijn volk, en in Hem is een schuilplaats voor de toekomende toorn Noach was met de tijdelijke redding in de ark niet zalig, want toen hij de ark uitging offerde hij een brandoffer het bleef alles uitzien naar en wachten op het Zaad van de vrouw. Het kan niet buiten het enig geldende offer om. In alle tijdelijke uitreddingen ligt natuurlijk het beeld van redding maar daar ben je niet zalig mee, kijk maar naar cham.

In een recente preek zegt Burggraaf wat dan met de tien geboden? En dan citeert hij Kohlbrugge uit een of ander boek. en vervolgens zegt hij dan, nu heb ik u voor eens en voor altijd de betekenis van de wet gepreekt. Nee Burggraaf nu heeft u voor eens en voor altijd Kohlbrugge geciteerd, als je uitspraken van Kohlbrugge zo op laat draven ex cathedra als een soort paus, dat is Gods woord niet preken, ben je geroepen Gods woord te preken, predik dan Gods woord en neem er verantwoording voor, verschuil je niet achter uitspraken van Kohlbrugge, moet ik een bibliotheek van Kohlbrugge gaan aanleggen om na te gaan in welk verband genoemde uitspraak is gedaan en welke betekenis dat heeft, echt niet. Ja de bereeërs onderzochten de prediking van Paulus met Gods woord maar Paulus predikte dan ook Gods woord, ja dan kun je het onderzoeken. Al zou ik het boek in mijn bezit hebben dan nog kon ik Kohlbrugge niet uit de dood op laten staan om zich nader te verklaren over zijn uitspraken. Wat bedoelt u Kohlbrugge als u schrijft Wet met een hoofdletter of als u schrijft wet met een kleine letter, bedoelt u iets of iemand heel het woord of Mozes of alleen de stenen tafelen enzovoorts. Maar bij Gods woord ligt dat geheel anders want God leeft Die kun je vragen hoe of dat het zit. Als je er nog inlegkunde en pausen op na houd dan krijg je van mij de rechterhand niet nee dan blijf je onder censuur. en degenen die het wel kunnen zijn of blind of geven een rechterhand der valsheid.

Psalmen 144:8-11
Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid. O God! ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit en het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen. Gij, Die den koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet van het boze zwaard; Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid;

Heel de wereld ligt verloren in Adam, dat is een welbekend feit voor degenen die eerlijk bij Gods woord worden opgevoed. Maar daar is een mens geheel onverschillig onder, ga het paradijsgebod maar eens voorlezen in een kroeg dan word je uitgelachen en uitgevloekt, of in de kerk dat maakt geen enkel verschil. Wat het nu werkelijk betekent om door eigen schuld verloren te liggen dat weet geen mens, omdat de mens al het geestelijke kennen en kunnen in de val verloren is, dood is in de zonden en de misdaden. tenzij Gods Geest hem er aan ontdekt, dan word in de ziele de vreze gewekt. De Geest der dienstbaarheid ontdekt de mens aan zijn dienstplicht aan God en de straf op dienstweigering, de doodstraf. En aan zijn dienstweigering en het volharden er in, En dan ja wat zal een mens wel niet geven voor zijn leven, dan gaat de mens nog aan de slag ook, maar ook dat geheel uitwendig en halfslachtig, geheel onbekend met de geestelijkheid van de wet. Ja als een mens het echt serieus zou nemen met die wet van Mozes dan zou hij zich laten besnijden, de sabbath houden van vrijdagavond tot zaterdagavond, afreizen naar Israël om te klagen bij de klaagmuur, om de voorbijgaande schaduw, een oude gescheurde wijnzak waar de stenen uit de verbrokkelde muur vallen van een tempel die absoluut nooit meer herbouwd gaat worden. En zo kun je van de ark van Noach je verlosser maken maar die is vergaan en we komen er nog op terug, en zo kun je van de ark van Mozes je Christus maken, en van de kerk, en van de sacramenten. Maar dan heb je toch de ware Christus niet want al deze dingen vergaan. En zo kan een mens werken totdat hij zich te pletter loopt tegen de onveranderlijkheid absoluutheid en de geestelijkheid van God en Zijn Gebod en Zijn rechtvaardig oordeel. Ja en dan word het buigen of barsten, verootmoedigen of verharden. Dan kan het nog lang duren voor de beslissing valt. als je het enigszins eens mag worden met Gods recht en er komt een misschientje bij. Enige liefde tot Gods dienst en enige betrekking op Gods zaak dan kunnen er heel veel werkingen van de Heilige Geest zijn, en zelfs tot op opbouw van Gods ware gemeente. Maar het is alles nog buiten Christus en van voorbijgaande aard al duurt het een mensen leven lang. Dan kom je er toch mee om, dat profeteren en werken zonder Hem te kennen als je volkomen Zaligmaker. maar die beslissing gaat toch echt wel vallen al duurt dat 120 jaar. Maar goed, God kwam in een verbond met Zijn Zoon om de uitverkorenen te behouden. heel de wereld lag verloren in Adam en daar werd gepredikt de blijde boodschap van het beloofde Zaad, maar de wereld verdierf haar weg op aarde. En de gelovigen gingen zich vermengen met de wereld zo dat er van Gods volk en dienst niets meer overbleef. Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, word een vijand van God gesteld leert ons Gods woord. Waar je mee om gaat daar word je mee besmet toen Jakob bij Laban vertrok had hij een afgod in zijn tent maar toen hij bij beth-el aankwam werd er gesproken in meervoud. Doet weg de vreemde goden en reinigt u. Dat gaat van kwaad tot erger. Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste. God kwam in een verbond met Noach om het leven van hem en zijn gezin en de diersoorten te behouden in het oordeel van de zondvloed en dat is de weg waarin God zijn genadeverbond verder vervult heeft maar het was het genadeverbond zelf niet. tijdelijk voordeel is geen redding van het eeuwig oordeel. Heel het volk van Israël werd uit het diensthuis van farao verlost maar daarin lag hun zaligheid niet, de verderfengel ging voorbij de huizen van Israëlieten die hun deurposten bestreken hadden met het bloed van een lam. Opnieuw tijdelijk voordeel, onderscheid waar het niet is, zeker weten, maar niet zaligmakend. het verbond van Mozes is niet zaligmakend die ark des verbonds is vergaan. als je bij alle uiterlijke door God ingestelde godsdienst en sacramenten niet door het zaligmakend geloof ziet op het beloofde Zaad dan heb je een afgod die je niet verlossen kan. En als ik zeg zaligmakend geloof dan bedoel ik dat onderscheidend van de andere soorten geloof die er ook zijn. Toen Noach uit de ark kwam offerde hij een brandoffer die ark was na de zondvloed al niet meer van belang, een tijdelijk middel. En toen God de lieflijke reuk van dat offer van Noach rook zei God in zijn hart dat hij de aarde niet meer zou verdelgen door water enzovoorts. Dus al zou Cham bij wijze van spreken 7000 jaar hebben blijven leven tot aan het vuuroordeel op de laatste dag dan zou hij alsnog de eeuwige dood sterven als hij buiten Christus was.
Want wat lezen we van Simeon en Anna. Simeon was in Jeruzalem verwachtende de vertroosting Israëls en de Heilige Geest was op hem, hij was dus niet getroost met de tempel en de ark van het verbond, maar heeft het beloofde Zaad de Vertroosting Israëls van niet al te ver meer gezien en omhelst door het geloof, en hem was een Goddelijke openbaring gedaan door de Heilige Geest dat hij de dood niet zien zou eer hij de Christus des Heeren zien zou.

Lukas 2:25-34
En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende de vertroosting Israëls, en de Heilige Geest was op hem. En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den Christus des Heeren zou zien. En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen; Zo nam hij Hetzelve in zijn armen, en loofde God, en zeide: Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël. En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder: Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israël, en tot een teken, dat wedersproken zal worden.

Gezet of gesteld het woord maakt geen verschil het gaat er maar om door wie, waartoe en op welke grond.
Heb je al door het geloof op Christus mogen zien is Hij je geopenbaard van achter het recht als je volkomen offerande in je totale verlorenheid als je volkomen zaligheid? Hij is zo dichtbij nog even en Hij komt, op de wolken.

Openbaring van Johannes 21:10
En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God.

Openbaring van Johannes 21:22-27
En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. En haar poorten zullen niet gesloten worden des daags; want aldaar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen. En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.

Openbaring van Johannes 22:20-21
Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.